De Kaderverordening inzake voedselcontactmaterialen is de basis van de voedselcontactmateriaalwetgeving en daarmee het belangrijkste document. De kaderverordening is het fundament en geraamte, de overige verordeningen en richtlijnen zijn te beschouwen als aanvulling op of invulling van deze verordening.
Een van de belangrijkste artikelen uit de verordening is artikel 3 waarin staat dat materialen en voorwerpen volgens goede fabricagemethoden (good manufacturing practice, GMP) dienen te worden vervaardigd, zodat ze bij normaal gebruik geen bestandsdelen afgeven aan levensmiddelen die:
- voor de gezondheid van de mens gevaar kunnen opleveren
- de samenstelling van het voedsel niet verandert
- de geur of smaak van het voedsel niet aantast