Tegenwoordig gooien we plastic waterflesjes niet zomaar weg. Meestal vullen we ze gewoon weer met kraanwater. Maar er is discussie over of dat wel gezond is. Wat zeggen de experts?
Veel van de flesjes worden gemaakt van PET oftewel polyethyleentereftalaat. Dat is niet de stof waar zorgen om zijn, dat is namelijk BPA, bisphenol A. Het zou schadelijk zijn voor het hormoonstelsel en de stofwisseling. BPA vind je niet of nauwelijks in PET-flessen, maar wel in stevigere plastics, zoals polycarbonaat.
Voor de gewone plastic waterflesjes hoef je je daar dus geen zorgen om te maken. Er is nog wel een ander chemisch stofje, genaamd antimoon, dat wordt gebruikt voor de PET-productie. Het wordt niet beschouwd als een carcinogeen (kankerverwekkende stof) als je het inslikt, maar kan wel braken en diarree veroorzaken. Onderzoekers testten hoeveel antimoon er weglekt in flessen water. Dat niveau bleek veel lager dan wat als gevaarlijk wordt beschouwd.
Microplastics
Dan zijn er nog de microplastics. De piepkleine plasticdeeltjes vinden we overal, ook in ons drinkwater. In 93 procent van de plastic waterflesjes zijn microplastics teruggevonden. Maar volgens de WHO gaat het om zulke kleine hoeveelheden dat het niet gevaarlijk is voor de mens.
Experts zijn het erover eens dat het navullen van waterflesjes dus eigenlijk geen gevaar oplevert voor de gezondheid. “Nieuwe flesjes bevatten waarschijnlijk meer microplastics dan gebruikte flesjes,” zegt dr. Umar Abdulmutalib van de University of Surrey bijvoorbeeld. Dr. Marek Cuhra van het Noorse Institute of Marine Research denkt ook dat ‘het veiliger is om water te drinken uit een gebruikt en gewassen flesje dan uit een gloednieuwe fles’.
Het grootste risico van het hergebruik van plastic waterflesjes zijn bacteriën. “Het plastic dat wordt gebruikt is erg dun, waardoor er meer barsten en vouwen in komen waar bacteriën in kunnen zitten,” aldus dr. Jill Bartolotta, milieu-expert van Ohio State University.
Bron(nen): Science Alert